HOOFDSTUK
EEN: DE TECHNIEK VAN HET PIANOSPELEN
I. INLEIDING
1. DOEL
Dit boek brengt
de op dit moment bekende meest effectieve methoden voor het leren
van pianospelen onder de aandacht. Het is daarbij vooral gericht
op pianoleerlingen die aan de hand van deze methoden veel tijd kunnen
besparen bij het studeren en zich op die manier vooral bezig kunnen
houden met het maken van muziek in plaats van het worstelen met
de techniek. Veel studenten besteden nagenoeg alle tijd aan het
studeren van nieuwe composities en omdat dit proces zoveel tijd
kost schiet de kunst van het muziek maken er soms bij in. Deze excuus
situatie werkt zeer beperkend op het ontwikkelen van de pianotechniek,
omdat het maken van muziek essentieel is voor de technische ontwikkeling.
Het doel van de te behandelen methoden in dit boek is dan ook om
het studieproces dermate snel te maken dat er nog slechts 10% van
de studietijd aan techniek wordt besteed en 90% aan het maken van
muziek.
Hoe maken musici
muziek? Of we nu muziek componeren of een instrument bespelen, alle
muziek komt voort uit het menselijke brein. Het is wel degelijk
mogelijk om na voldoende studie de hersenen af te sluiten en piano
te spelen vanuit de opgeslagen feiten in het geheugen, maar dit
is niet de gewenste manier om muziek te maken omdat het geen muzikaal
resultaat zal opleveren. Veel pianisten denken ten onrechte dat
dure concertvleugels zelf de gewenste karakteristieke klank produceren,
waarbij de pianist slechts de vingers hoeft te trainen om de juiste
noten te spelen. Maar het menselijke brein is veel complexer en
geavanceerder dan welke mechanisch apparaat dan ook en heeft niet
de fysieke beperkingen zoals hout, vilt en metaal. Het is daarom
veel belangrijker om de hersenen te trainen dan de vingerspieren,
zeker omdat deze laatste worden aangestuurd door zenuwimpulsen vanuit
die hersenen. Een methode hiervoor is wat in dit boek Mentaal Spel
(MS) wordt genoemd. MS is simpelweg het proces van het voorstellen
van de muziek in het geheugen, of zelfs het spelen daarvan op een
imaginaire piano. We zullen zien dat MS bijna alles kan beheersen
wat we doen in de muziek, dus zowel het studieproces, het uit je
hoofd leren, het hebben van een absoluut gehoor, het uitvoeren van
een muziekstuk, het maken van een compositie, het leren van muziektheorie,
het interpreteren van muziek, het beheersen van de zenuwen en ga
zo maar door. Het is zo allesoverheersend dat het niet mogelijk
is om er slechts een apart hoofdstuk aan te wijden. Het zal dan
ook nagenoeg in elk hoofdstuk weer opnieuw aan de orde komen.
MS
is wat Mozart, en alle grote musici, maakte tot wie hij was. Mozart
wordt beschouwd als een van de grootste genieën, mede door
zijn uitzonderlijke MS vaardigheden. Het goede nieuws is dat het
aangeleerd kan worden. Helaas zijn er teveel pianoleerlingen die
MS nooit hebben aangereikt gekregen. Misschien is dit zelfs wel
het eerste boek waar de term als zodanig wordt benoemd, hoewel er
natuurlijk veel pianisten zijn die zich dit, vanuit hun talent,
wel hebben eigengemaakt. MS zou echter vanaf het begin van pianostudie
moeten worden bijgebracht en werkt ook het meest effectief bij jonge
kinderen. Het draagt het meeste bij aan geheugenvaardigheden en
een absoluut gehoor. In feite is MS de kunst van het beheersen van
de geest van het publiek door middel van de muziek die je speelt
en daarom is het van belang dat deze muziek voortkomt uit je brein.
Het publiek ervaart MS vaardigheden als iets buitengewoons, wat
alleen toebehoort aan getalenteerde musici met extreme intelligentie.
Mozart was zich hier waarschijnlijk zeer van bewust en gebruikte
dit ook om zijn imago te versterken. MS helpt op talloze manieren
bij het leren pianospelen. Een voordeel is bovendien dat je het
overal, zonder piano, kan uitvoeren en daarmee de doorlooptijd van
het studeren van een stuk aanzienlijk kan bekorten. Beethoven en
Einstein leken vaak afwezig met hun gedachte, maar waren een groot
deel van hun tijd bezig met het beoefenen van MS. Dus MS is niets
nieuws; niet alleen grote musici, maar tegenwoordig bijna alle specialisten
op een bepaald gebied zoals atleten, soldaten, zakenmensen etc.
cultiveren hun eigen MS om succesvol te kunnen concurreren. En feitelijk
doet iedereen het de hele dag ook onbewust, bijvoorbeeld ’s
ochtends bij het opstaan als de plannen voor de dag in het hoofd
worden doorgenomen. Misschien zijn de dagelijkse momenten dat we
onbewust MS uitvoeren nog wel complexer dan een Mazurka van Chopin,
maar we zijn dit al van kinds af aan gewend en doen het dus in een
oogwenk en zonder veel moeite. Kun je je voorstellen wat er zou
gebeuren als we dit ’s ochtends niet zouden doen? Nou, dat
is dus ongeveer wat er gebeurt als je zonder MS training het podium
op zou stappen om voor een pianoconcert. Het is dan geen wonder
dat pianisten dan nerveus worden. Het lijkt er op dat MS ook een
van de beste remedies is tegen podiumangst. In elk geval had Mozart
er veel baat bij.
2. WAT IS SPEELTECHNIEK?
Als we niet
eerst begrijpen wat speeltechniek precies is, kan dit leiden tot
het gebruik van onjuiste studiemethoden. Een goed begrip hiervan
zal ons bovendien helpen om de juiste methoden verder te ontwikkelen.
Er wordt vaak gedacht dat speeltechniek vooral de van nature meegekregen
vingervaardig is, wat niet het geval is. De aangeboren vingervaardigheid
van concertpianisten en amateurpianisten is niet zo heel verschillend.
Dat betekent dat in principe iedereen goed kan leren pianospelen.
Velen van ons zijn in principe veel vingervaardiger, maar krijgen
het toch niet voor elkaar om moeilijke muzikale passages te spelen,
doordat ze bepaalde kritische informatie missen. Voor het ontwikkelen
van een goede speeltechniek is vooral ontwikkeling van de hersenen
en zenuwen vereist, niet zozeer van de vingervaardigheid.
Speeltechniek
is de vaardigheid om een oneindig aantal verschillende pianopassages
te kunnen spelen. Het wonderlijke met deze speeltechniek is dat
iedereen deze vaardigheden in een korte tijd kan leren, mits de
juiste studiemethoden worden toegepast. Dit leerproces verloopt
in twee fasen: (1) ontdekken hoe de vingers, handen en armen moeten
worden bewogen en (2) het conditioneren van de hersenen, zenuwen
en spieren om deze bewegingen eenvoudig en goed te kunnen beheersen.
Veel studenten denken dat voor de ontwikkeling van de speeltechniek
vooral veel acrobatische vingeroefeningen gedaan moeten worden,
maar in werkelijkheid is het vooral een kwestie van het trainen
van de hersenen. Je traint hiermee jezelf om slimmer te worden en
het geheugen te verbeteren. Daarom heeft pianospelen ook een gunstige
uitwerking op andere zaken zoals het leerproces op school en het
omgaan met alledaagse problemen, en het op oudere leeftijd langer
blijven functioneren van het geheugen. Geheugentraining is daarom
onlosmakelijk verbonden met ontwikkelen van de techniek.
We dienen onze
eigen anatomie te begrijpen en leren hoe we ons de juiste techniek
eigen kunnen maken. Dit is eigenlijk een onmogelijke taak voor het
gemiddelde menselijke brein tenzij je daar van jongs af aan mee
aan de slag zou gaan. Zelfs dan zullen de meesten er niet in slagen.
Dat komt omdat een pianist, zonder de juiste methoden, met vallen
en opstaan de juiste bewegingen moet ontdekken. Je valt dan terug
op het toevallig ontdekken van een manier om een bepaalde passage
snel te spelen. Als je pech hebt gebeurt het nooit en zul je voor
altijd tegen dit probleem aanlopen. We noemen dit de Snelheids Begrenzing.
De meeste beginnende pianisten hebben geen flauw idee welke ingewikkelde
bewegingen een vinger, een hand en een arm kan maken. Gelukkig echter
hebben talloze grote pianisten in het verleden bruikbare ontdekkingen
gedaan over de meest geschikte studiemethoden hiervoor.
Je zou kunnen
denken dat als je eenmaal de juiste speeltechnieken onder de knie
hebt, je alle stukken zou kunnen spelen die je wilt. Helaas is dat
niet het geval en is elke andere notenpassage een nieuw avontuur
dat moet opnieuw worden gestudeerd. Het lijkt soms alsof ervaren
pianisten alles kunnen spelen, maar dat is omdat zij een groot repertoire
ingestudeerd hebben en ze weten hoe ze snel nieuw repertoire kunnen
aanleren. Er zijn natuurlijk veel gelijksoortige notenpassages,
zoals toonladders, die vaak terug komen, dus als je weet hoe je
die kunt spelen heb je al een groot deel van de muziekstukken onder
de knie. Maar je kunt er ook anders naar kijken en beseffen dat
er in de pianomuziek veel gelijksoortige problemen zijn waar specifieke
oplossingen voor zijn.
3. MUZIKALITEIT
Als we ons alleen
zouden concentreren op het ontwikkelen van de vingerbewegingen en
tijdens het studeren geen aandacht hebben voor de muzikaliteit dreigt
het gevaar van onmuzikale gewoonten. Onmuzikaal spel is nimmer acceptabel
omdat het feitelijk een foutieve manier van pianospelen is. Een
van de symptomen van dit gedrag is dat de onmogelijkheid om goed
te spelen als de docent (of iemand anders) luistert. Als er publiek
aanwezig is, maken leerlingen in zo’n geval vaak vreemde fouten
die ze niet maakte tijdens het studeren. Dit gebeurt omdat de leerling
studeerde zonder aandacht voor de muzikaliteit en zich in zo’n
situatie plotseling realiseert dat die muzikaliteit moet worden
toegevoegd omdat er iemand luistert. Helaas hadden ze dat tot op
dat moment nog niet echt gerepeteerd. Een ander gevolg van onmuzikaal
studeren is dat een leerling zich nooit op zijn gemak voelt als
er anderen tijdens het studeren meeluisteren. Pianodocenten weten
dat leerlingen muzikaal dienen te studeren om de gewenste techniek
onder de knie te krijgen. Wat goed is voor de oren en het brein
blijkt goed te zijn voor de speeltechniek. Zowel muzikaliteit als
techniek vereisen nauwkeurigheid en controle. Nagenoeg elke technische
onvolkomenheid is hoorbaar in de muziek. Op zijn minst is de muziek
de ultieme test of de techniek in orde is. Zoals we verderop in
dit boek zullen zien zijn er meerdere redenen waarom de muzikaliteit
nooit apart moet worden gezien van de techniek. Niettemin zijn er
veel pianoleerlingen die de neiging hebben om tijdens het studeren
de muzikaliteit te negeren en vooral te studeren als er niemand
in de buurt is die kan meeluisteren. Zulke studiemethoden creëren
“huiskamerpianisten”, die het wel leuk vinden om te
spelen maar niet zullen kunnen optreden. Als leerlingen wordt geleerd
om altijd muzikaal te studeren zal dit probleem niet eens bestaan
omdat uitvoeren en studeren voor hen hetzelfde is. Er zullen verschillende
suggesties worden gedaan hoe je het beste kunt studeren voor een
optreden, zoals bijvoorbeeld het opnemen van het pianospel vanaf
het eerste begin.
Veel pianisten denken dat de vingers de muziek beheersen en ze wachten
tot de piano die prachtige klank gaat voortbrengen. Dit zal resulteren
in een vlakke uitvoering en onvoorspelbare resultaten. De muziek
moet vanuit het brein komen en de pianist verbindt deze door middel
van zijn techniek met de piano, om de gewenste muziek te maken.
Dit is Mentaal Spel. Als je nooit eerder gebruik hebt gemaakt van
Mentaal Spel zul je merken dat het de nodige geheugenvaardigheden
vergt die tot dan toe niet bereikt waren, maar dat is precies wat
er nodig is voor vlekkeloze uitvoeringen die er toe doen. Mentaal
Spel is slechts een paar stappen verwijderd van de geheugenmethoden
die in dit boek worden aangereikt maar het leidt tot grote stappen
in de muzikale mogelijkheden. Het leidt bovendien niet alleen tot
verbeteringen in de speeltechniek en de muzikale voordracht, maar
ook tot de ontwikkeling van een absoluut gehoor, componeren en veel
andere verbeteringen in het pianospel. Kortom, speeltechniek, muzikaliteit
en Mentaal Spel zijn onlosmakelijk met elkaar verbonden. Als je
eenmaal vertrouwd bent met Mentaal Spel zul je merken dat het haast
niet werkt zonder een absoluut gehoor. Verderop in dit hoofdstuk
zullen concrete methoden worden besproken om het te leren.
4. MUZIKALE OPVOEDING
De meeste muziekstukken
beginnen en eindigen met hetzelfde akkoord; een ietwat mysterieuze
regel die eigenlijk voortkomt uit de regels van de opeenvolging
van akkoorden. Het begrijpen van deze akkoordreeksen is erg nuttig
bij het geheugenspel. Een muzikale zin begint en eindigt doorgaans
met zachtere noten, met luidere noten daartussen in. Dit is mogelijk
de reden waarom zoveel composities beginnen met een opmaat, omdat
de eerste tel doorgaans een accent krijgt en daarmee te luid is.
Er bestaan veel boeken over muzikale interpretatie (zie Gieseking,
Sandor) en ook in dit boek zal hier veelvuldig aandacht aan worden
besteed.
Muzikale training
levert het meeste op voor jonge kinderen. De meeste baby’s
die veelvuldig worden blootgesteld aan goed gestemde piano’s
zullen automatisch een absoluut gehoor ontwikkelen. Niemand wordt
met een absoluut gehoor geboren, want het is een aangeleerde vaardigheid.
De exacte frequenties van de toonladders zijn willekeurig door de
mens vastgesteld en er is dus geen natuurwet die zegt dat de middelste
A op 440 Hz moet klinken. De meeste orkesten stemmen bijvoorbeeld
op 442 Hz en voordat er een algemene standaard bestond was er zelfs
een veel grotere spreiding van gebruikte frequenties. Als absoluut
gehoor niet wordt onderhouden, zal het op latere leeftijd ook weer
verloren gaan. Daarnaast is het blootstellen van jonge kinderen
aan klassieke muziek bevorderlijk vanwege de hoogste muzikale inhoud
en meest complexe logica van alle type muziek. Sommige vormen van
hedendaagse muziek, waarbij bepaalde aspecten sterk worden overdreven,
zoals het volume en de eenvoud van de muzikale structuur die de
hersenen nauwelijks stimuleren, kunnen afleiden van de muzikale
ontwikkeling en daarmee de hersenontwikkeling beïnvloeden.
Hoewel je muzikaal
talent moet bezitten om muziek te kunnen componeren, is het leren
piano spelen niet zo sterk afhankelijk van het muzikale brein. Eigenlijk
zijn de meesten van ons veel muzikaler dan we soms van onszelf vinden
en is het vaak meer een gebrek aan techniek die ons beperkt in de
muzikale expressie bij het piano spelen. We zijn bijna allemaal
in staat om het verschil te horen tussen uitvoeringen van verschillende
beroemde pianisten. Dat is feitelijk al meer muzikaliteit dan je
nodig hebt om piano te gaan spelen. Het is ook niet nodig om elke
dag acht uur te studeren. Sommige grote pianisten adviseren studietijden
van minder dan een uur per dag. Je maakt zelfs al veel vooruitgang
als je drie of vier keer in de week een uur studeert.
En tenslotte
is het van belang dat de algemene muzikale ontwikkeling (toonladders,
maatverdelingen, gehoortraining, muziektheorie etc.) integraal onderdeel
uitmaakt van het leren piano spelen, omdat alles wat je op dit vlak
leert helpt bij de ontwikkeling van alle andere elementen. Een algemene
muzikale ontwikkeling is de enige manier om goed piano te leren
spelen. Helaas is een groot deel van de aspirant-pianisten wegens
tijdgebrek of gebrek aan de juiste ondersteuning niet in staat om
zich op dit vlak breed te ontwikkelen. Dit boek hoopt een aanzet
te geven om te leren hoe je snel de juiste speeltechniek onder knie
krijgt, zodat er voldoende tijd over blijft om ook de nodige tijd
aan andere muzikale aspecten te kunnen besteden. Overigens zullen
de meeste pianisten die uitblinken in het pianospel op een of ander
moment ook gaan componeren. Een officiële opleiding compositie
is geen voorwaarde om te kunnen componeren. Het is zelfs zo dat
het teveel terugvallen op de theorie van het componeren een eigen
muziekstijl in de weg kan staan.
5. UNIEKE AANPAK
De bijzondere
aanpak van dit boek zit hem in de volgende elementen:
-
De studiemethoden in dit boek vragen geen totale overgave in
de levensstijl van een pianist, zoals bij sommige andere methoden
wel het geval is. Er worden vooral hulpmiddelen aangereikt die
op maat kunnen worden ingezet om op een bepaald moment, en binnen
een afzienbare tijd, een specifiek probleem aan te pakken. Als
methoden echt werken vereisen ze geen levenslang blind vertrouwen
om er profijt van te hebben.
-
Elke methode in dit boek heeft een duidelijke definitie en verklaring.
Daarnaast begint steeds de beschrijving van een methode met
een omschrijving van het probleem dat het kan oplossen. Dus
bijvoorbeeld: ik kan niet snel genoeg spelen, ik kan geen trillers
spelen, ik kan niet uit mijn hoofd spelen etc. Daarna wordt
uitgelegd wat je moet doen om het probleem aan te pakken, dus
bijvoorbeeld: beide handen apart studeren, passages benaderen
als akkoorden, reeds uit je hoofd leren bij het studeren etc.
En tevens zal steeds een verklaring worden gegeven waarom deze
aanpak werkt voor het specifieke probleem, dus bijvoorbeeld:
fysiologisch, psychologisch, fysiek etc. Tenslotte zal ook duidelijk
worden aangegeven welke problemen er ontstaan als je alternatieve
intuïtieve methoden gebruikt voor de aanpak van het betreffende
probleem. Dit laatste is van groot belang om de voortgang in
de ontwikkeling van de speeltechniek te behouden.
-
Dit boek reikt een complete en gestructureerde verzameling van
studiemethoden aan, die alle pianisten met relatief weinig inspanningen
binnenleidt in de wereld van het Mentaal Spel.
|