INHOUD

» Ten geleide

» Voorwoord

   Speeltechniek
      Inleiding
      1. Doel
      2. Speeltechniek
      3. Muzikaliteit
      4. Opvoeding
      5. Unieke aanpak

   » Basistechnieken
      Speciale technieken
      Muziek en wiskunde
      Improvisatie

   Pianostemmen

   Referenties

 

 » [Startpagina]

 » [Gastenboek]

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

S N E L L E R   P I A N O   S T U D E R E N

Een Nederlandse bewerking van Chuan C. Chang's Fundamentals of Piano Practice door Hans van Breugel

 

© Copyright 1991-2012. Niets van deze website mag zonder vermelding van de oorspronkelijke auteur (Chuan C. Chang), de bewerker (Hans van Breugel) en deze paragraaf over auteursrechten opnieuw gebruikt of gekopiëerd worden. Vermenigvulding in welke vorm dan ook is alleen toegestaan voor persoonlijk gebruik.

 

HOOFDSTUK EEN: DE TECHNIEK VAN HET PIANOSPELEN


I. INLEIDING


1. DOEL

Dit boek brengt de op dit moment bekende meest effectieve methoden voor het leren van pianospelen onder de aandacht. Het is daarbij vooral gericht op pianoleerlingen die aan de hand van deze methoden veel tijd kunnen besparen bij het studeren en zich op die manier vooral bezig kunnen houden met het maken van muziek in plaats van het worstelen met de techniek. Veel studenten besteden nagenoeg alle tijd aan het studeren van nieuwe composities en omdat dit proces zoveel tijd kost schiet de kunst van het muziek maken er soms bij in. Deze excuus situatie werkt zeer beperkend op het ontwikkelen van de pianotechniek, omdat het maken van muziek essentieel is voor de technische ontwikkeling. Het doel van de te behandelen methoden in dit boek is dan ook om het studieproces dermate snel te maken dat er nog slechts 10% van de studietijd aan techniek wordt besteed en 90% aan het maken van muziek.

Hoe maken musici muziek? Of we nu muziek componeren of een instrument bespelen, alle muziek komt voort uit het menselijke brein. Het is wel degelijk mogelijk om na voldoende studie de hersenen af te sluiten en piano te spelen vanuit de opgeslagen feiten in het geheugen, maar dit is niet de gewenste manier om muziek te maken omdat het geen muzikaal resultaat zal opleveren. Veel pianisten denken ten onrechte dat dure concertvleugels zelf de gewenste karakteristieke klank produceren, waarbij de pianist slechts de vingers hoeft te trainen om de juiste noten te spelen. Maar het menselijke brein is veel complexer en geavanceerder dan welke mechanisch apparaat dan ook en heeft niet de fysieke beperkingen zoals hout, vilt en metaal. Het is daarom veel belangrijker om de hersenen te trainen dan de vingerspieren, zeker omdat deze laatste worden aangestuurd door zenuwimpulsen vanuit die hersenen. Een methode hiervoor is wat in dit boek Mentaal Spel (MS) wordt genoemd. MS is simpelweg het proces van het voorstellen van de muziek in het geheugen, of zelfs het spelen daarvan op een imaginaire piano. We zullen zien dat MS bijna alles kan beheersen wat we doen in de muziek, dus zowel het studieproces, het uit je hoofd leren, het hebben van een absoluut gehoor, het uitvoeren van een muziekstuk, het maken van een compositie, het leren van muziektheorie, het interpreteren van muziek, het beheersen van de zenuwen en ga zo maar door. Het is zo allesoverheersend dat het niet mogelijk is om er slechts een apart hoofdstuk aan te wijden. Het zal dan ook nagenoeg in elk hoofdstuk weer opnieuw aan de orde komen.

MS is wat Mozart, en alle grote musici, maakte tot wie hij was. Mozart wordt beschouwd als een van de grootste genieën, mede door zijn uitzonderlijke MS vaardigheden. Het goede nieuws is dat het aangeleerd kan worden. Helaas zijn er teveel pianoleerlingen die MS nooit hebben aangereikt gekregen. Misschien is dit zelfs wel het eerste boek waar de term als zodanig wordt benoemd, hoewel er natuurlijk veel pianisten zijn die zich dit, vanuit hun talent, wel hebben eigengemaakt. MS zou echter vanaf het begin van pianostudie moeten worden bijgebracht en werkt ook het meest effectief bij jonge kinderen. Het draagt het meeste bij aan geheugenvaardigheden en een absoluut gehoor. In feite is MS de kunst van het beheersen van de geest van het publiek door middel van de muziek die je speelt en daarom is het van belang dat deze muziek voortkomt uit je brein. Het publiek ervaart MS vaardigheden als iets buitengewoons, wat alleen toebehoort aan getalenteerde musici met extreme intelligentie. Mozart was zich hier waarschijnlijk zeer van bewust en gebruikte dit ook om zijn imago te versterken. MS helpt op talloze manieren bij het leren pianospelen. Een voordeel is bovendien dat je het overal, zonder piano, kan uitvoeren en daarmee de doorlooptijd van het studeren van een stuk aanzienlijk kan bekorten. Beethoven en Einstein leken vaak afwezig met hun gedachte, maar waren een groot deel van hun tijd bezig met het beoefenen van MS. Dus MS is niets nieuws; niet alleen grote musici, maar tegenwoordig bijna alle specialisten op een bepaald gebied zoals atleten, soldaten, zakenmensen etc. cultiveren hun eigen MS om succesvol te kunnen concurreren. En feitelijk doet iedereen het de hele dag ook onbewust, bijvoorbeeld ’s ochtends bij het opstaan als de plannen voor de dag in het hoofd worden doorgenomen. Misschien zijn de dagelijkse momenten dat we onbewust MS uitvoeren nog wel complexer dan een Mazurka van Chopin, maar we zijn dit al van kinds af aan gewend en doen het dus in een oogwenk en zonder veel moeite. Kun je je voorstellen wat er zou gebeuren als we dit ’s ochtends niet zouden doen? Nou, dat is dus ongeveer wat er gebeurt als je zonder MS training het podium op zou stappen om voor een pianoconcert. Het is dan geen wonder dat pianisten dan nerveus worden. Het lijkt er op dat MS ook een van de beste remedies is tegen podiumangst. In elk geval had Mozart er veel baat bij.


2. WAT IS SPEELTECHNIEK?

Als we niet eerst begrijpen wat speeltechniek precies is, kan dit leiden tot het gebruik van onjuiste studiemethoden. Een goed begrip hiervan zal ons bovendien helpen om de juiste methoden verder te ontwikkelen. Er wordt vaak gedacht dat speeltechniek vooral de van nature meegekregen vingervaardig is, wat niet het geval is. De aangeboren vingervaardigheid van concertpianisten en amateurpianisten is niet zo heel verschillend. Dat betekent dat in principe iedereen goed kan leren pianospelen. Velen van ons zijn in principe veel vingervaardiger, maar krijgen het toch niet voor elkaar om moeilijke muzikale passages te spelen, doordat ze bepaalde kritische informatie missen. Voor het ontwikkelen van een goede speeltechniek is vooral ontwikkeling van de hersenen en zenuwen vereist, niet zozeer van de vingervaardigheid.

Speeltechniek is de vaardigheid om een oneindig aantal verschillende pianopassages te kunnen spelen. Het wonderlijke met deze speeltechniek is dat iedereen deze vaardigheden in een korte tijd kan leren, mits de juiste studiemethoden worden toegepast. Dit leerproces verloopt in twee fasen: (1) ontdekken hoe de vingers, handen en armen moeten worden bewogen en (2) het conditioneren van de hersenen, zenuwen en spieren om deze bewegingen eenvoudig en goed te kunnen beheersen. Veel studenten denken dat voor de ontwikkeling van de speeltechniek vooral veel acrobatische vingeroefeningen gedaan moeten worden, maar in werkelijkheid is het vooral een kwestie van het trainen van de hersenen. Je traint hiermee jezelf om slimmer te worden en het geheugen te verbeteren. Daarom heeft pianospelen ook een gunstige uitwerking op andere zaken zoals het leerproces op school en het omgaan met alledaagse problemen, en het op oudere leeftijd langer blijven functioneren van het geheugen. Geheugentraining is daarom onlosmakelijk verbonden met ontwikkelen van de techniek.

We dienen onze eigen anatomie te begrijpen en leren hoe we ons de juiste techniek eigen kunnen maken. Dit is eigenlijk een onmogelijke taak voor het gemiddelde menselijke brein tenzij je daar van jongs af aan mee aan de slag zou gaan. Zelfs dan zullen de meesten er niet in slagen. Dat komt omdat een pianist, zonder de juiste methoden, met vallen en opstaan de juiste bewegingen moet ontdekken. Je valt dan terug op het toevallig ontdekken van een manier om een bepaalde passage snel te spelen. Als je pech hebt gebeurt het nooit en zul je voor altijd tegen dit probleem aanlopen. We noemen dit de Snelheids Begrenzing. De meeste beginnende pianisten hebben geen flauw idee welke ingewikkelde bewegingen een vinger, een hand en een arm kan maken. Gelukkig echter hebben talloze grote pianisten in het verleden bruikbare ontdekkingen gedaan over de meest geschikte studiemethoden hiervoor.

Je zou kunnen denken dat als je eenmaal de juiste speeltechnieken onder de knie hebt, je alle stukken zou kunnen spelen die je wilt. Helaas is dat niet het geval en is elke andere notenpassage een nieuw avontuur dat moet opnieuw worden gestudeerd. Het lijkt soms alsof ervaren pianisten alles kunnen spelen, maar dat is omdat zij een groot repertoire ingestudeerd hebben en ze weten hoe ze snel nieuw repertoire kunnen aanleren. Er zijn natuurlijk veel gelijksoortige notenpassages, zoals toonladders, die vaak terug komen, dus als je weet hoe je die kunt spelen heb je al een groot deel van de muziekstukken onder de knie. Maar je kunt er ook anders naar kijken en beseffen dat er in de pianomuziek veel gelijksoortige problemen zijn waar specifieke oplossingen voor zijn.


3. MUZIKALITEIT

Als we ons alleen zouden concentreren op het ontwikkelen van de vingerbewegingen en tijdens het studeren geen aandacht hebben voor de muzikaliteit dreigt het gevaar van onmuzikale gewoonten. Onmuzikaal spel is nimmer acceptabel omdat het feitelijk een foutieve manier van pianospelen is. Een van de symptomen van dit gedrag is dat de onmogelijkheid om goed te spelen als de docent (of iemand anders) luistert. Als er publiek aanwezig is, maken leerlingen in zo’n geval vaak vreemde fouten die ze niet maakte tijdens het studeren. Dit gebeurt omdat de leerling studeerde zonder aandacht voor de muzikaliteit en zich in zo’n situatie plotseling realiseert dat die muzikaliteit moet worden toegevoegd omdat er iemand luistert. Helaas hadden ze dat tot op dat moment nog niet echt gerepeteerd. Een ander gevolg van onmuzikaal studeren is dat een leerling zich nooit op zijn gemak voelt als er anderen tijdens het studeren meeluisteren. Pianodocenten weten dat leerlingen muzikaal dienen te studeren om de gewenste techniek onder de knie te krijgen. Wat goed is voor de oren en het brein blijkt goed te zijn voor de speeltechniek. Zowel muzikaliteit als techniek vereisen nauwkeurigheid en controle. Nagenoeg elke technische onvolkomenheid is hoorbaar in de muziek. Op zijn minst is de muziek de ultieme test of de techniek in orde is. Zoals we verderop in dit boek zullen zien zijn er meerdere redenen waarom de muzikaliteit nooit apart moet worden gezien van de techniek. Niettemin zijn er veel pianoleerlingen die de neiging hebben om tijdens het studeren de muzikaliteit te negeren en vooral te studeren als er niemand in de buurt is die kan meeluisteren. Zulke studiemethoden creëren “huiskamerpianisten”, die het wel leuk vinden om te spelen maar niet zullen kunnen optreden. Als leerlingen wordt geleerd om altijd muzikaal te studeren zal dit probleem niet eens bestaan omdat uitvoeren en studeren voor hen hetzelfde is. Er zullen verschillende suggesties worden gedaan hoe je het beste kunt studeren voor een optreden, zoals bijvoorbeeld het opnemen van het pianospel vanaf het eerste begin.

Veel pianisten denken dat de vingers de muziek beheersen en ze wachten tot de piano die prachtige klank gaat voortbrengen. Dit zal resulteren in een vlakke uitvoering en onvoorspelbare resultaten. De muziek moet vanuit het brein komen en de pianist verbindt deze door middel van zijn techniek met de piano, om de gewenste muziek te maken. Dit is Mentaal Spel. Als je nooit eerder gebruik hebt gemaakt van Mentaal Spel zul je merken dat het de nodige geheugenvaardigheden vergt die tot dan toe niet bereikt waren, maar dat is precies wat er nodig is voor vlekkeloze uitvoeringen die er toe doen. Mentaal Spel is slechts een paar stappen verwijderd van de geheugenmethoden die in dit boek worden aangereikt maar het leidt tot grote stappen in de muzikale mogelijkheden. Het leidt bovendien niet alleen tot verbeteringen in de speeltechniek en de muzikale voordracht, maar ook tot de ontwikkeling van een absoluut gehoor, componeren en veel andere verbeteringen in het pianospel. Kortom, speeltechniek, muzikaliteit en Mentaal Spel zijn onlosmakelijk met elkaar verbonden. Als je eenmaal vertrouwd bent met Mentaal Spel zul je merken dat het haast niet werkt zonder een absoluut gehoor. Verderop in dit hoofdstuk zullen concrete methoden worden besproken om het te leren.


4. MUZIKALE OPVOEDING

De meeste muziekstukken beginnen en eindigen met hetzelfde akkoord; een ietwat mysterieuze regel die eigenlijk voortkomt uit de regels van de opeenvolging van akkoorden. Het begrijpen van deze akkoordreeksen is erg nuttig bij het geheugenspel. Een muzikale zin begint en eindigt doorgaans met zachtere noten, met luidere noten daartussen in. Dit is mogelijk de reden waarom zoveel composities beginnen met een opmaat, omdat de eerste tel doorgaans een accent krijgt en daarmee te luid is. Er bestaan veel boeken over muzikale interpretatie (zie Gieseking, Sandor) en ook in dit boek zal hier veelvuldig aandacht aan worden besteed.

Muzikale training levert het meeste op voor jonge kinderen. De meeste baby’s die veelvuldig worden blootgesteld aan goed gestemde piano’s zullen automatisch een absoluut gehoor ontwikkelen. Niemand wordt met een absoluut gehoor geboren, want het is een aangeleerde vaardigheid. De exacte frequenties van de toonladders zijn willekeurig door de mens vastgesteld en er is dus geen natuurwet die zegt dat de middelste A op 440 Hz moet klinken. De meeste orkesten stemmen bijvoorbeeld op 442 Hz en voordat er een algemene standaard bestond was er zelfs een veel grotere spreiding van gebruikte frequenties. Als absoluut gehoor niet wordt onderhouden, zal het op latere leeftijd ook weer verloren gaan. Daarnaast is het blootstellen van jonge kinderen aan klassieke muziek bevorderlijk vanwege de hoogste muzikale inhoud en meest complexe logica van alle type muziek. Sommige vormen van hedendaagse muziek, waarbij bepaalde aspecten sterk worden overdreven, zoals het volume en de eenvoud van de muzikale structuur die de hersenen nauwelijks stimuleren, kunnen afleiden van de muzikale ontwikkeling en daarmee de hersenontwikkeling beïnvloeden.

Hoewel je muzikaal talent moet bezitten om muziek te kunnen componeren, is het leren piano spelen niet zo sterk afhankelijk van het muzikale brein. Eigenlijk zijn de meesten van ons veel muzikaler dan we soms van onszelf vinden en is het vaak meer een gebrek aan techniek die ons beperkt in de muzikale expressie bij het piano spelen. We zijn bijna allemaal in staat om het verschil te horen tussen uitvoeringen van verschillende beroemde pianisten. Dat is feitelijk al meer muzikaliteit dan je nodig hebt om piano te gaan spelen. Het is ook niet nodig om elke dag acht uur te studeren. Sommige grote pianisten adviseren studietijden van minder dan een uur per dag. Je maakt zelfs al veel vooruitgang als je drie of vier keer in de week een uur studeert.

En tenslotte is het van belang dat de algemene muzikale ontwikkeling (toonladders, maatverdelingen, gehoortraining, muziektheorie etc.) integraal onderdeel uitmaakt van het leren piano spelen, omdat alles wat je op dit vlak leert helpt bij de ontwikkeling van alle andere elementen. Een algemene muzikale ontwikkeling is de enige manier om goed piano te leren spelen. Helaas is een groot deel van de aspirant-pianisten wegens tijdgebrek of gebrek aan de juiste ondersteuning niet in staat om zich op dit vlak breed te ontwikkelen. Dit boek hoopt een aanzet te geven om te leren hoe je snel de juiste speeltechniek onder knie krijgt, zodat er voldoende tijd over blijft om ook de nodige tijd aan andere muzikale aspecten te kunnen besteden. Overigens zullen de meeste pianisten die uitblinken in het pianospel op een of ander moment ook gaan componeren. Een officiële opleiding compositie is geen voorwaarde om te kunnen componeren. Het is zelfs zo dat het teveel terugvallen op de theorie van het componeren een eigen muziekstijl in de weg kan staan.


5. UNIEKE AANPAK

De bijzondere aanpak van dit boek zit hem in de volgende elementen:

  • De studiemethoden in dit boek vragen geen totale overgave in de levensstijl van een pianist, zoals bij sommige andere methoden wel het geval is. Er worden vooral hulpmiddelen aangereikt die op maat kunnen worden ingezet om op een bepaald moment, en binnen een afzienbare tijd, een specifiek probleem aan te pakken. Als methoden echt werken vereisen ze geen levenslang blind vertrouwen om er profijt van te hebben.
  • Elke methode in dit boek heeft een duidelijke definitie en verklaring. Daarnaast begint steeds de beschrijving van een methode met een omschrijving van het probleem dat het kan oplossen. Dus bijvoorbeeld: ik kan niet snel genoeg spelen, ik kan geen trillers spelen, ik kan niet uit mijn hoofd spelen etc. Daarna wordt uitgelegd wat je moet doen om het probleem aan te pakken, dus bijvoorbeeld: beide handen apart studeren, passages benaderen als akkoorden, reeds uit je hoofd leren bij het studeren etc. En tevens zal steeds een verklaring worden gegeven waarom deze aanpak werkt voor het specifieke probleem, dus bijvoorbeeld: fysiologisch, psychologisch, fysiek etc. Tenslotte zal ook duidelijk worden aangegeven welke problemen er ontstaan als je alternatieve intuïtieve methoden gebruikt voor de aanpak van het betreffende probleem. Dit laatste is van groot belang om de voortgang in de ontwikkeling van de speeltechniek te behouden.
  • Dit boek reikt een complete en gestructureerde verzameling van studiemethoden aan, die alle pianisten met relatief weinig inspanningen binnenleidt in de wereld van het Mentaal Spel.


 Laatste wijzigingen 29 december 2011

Chuang C. Chang
16212 Turnbury Oak Dr.
Odessa FL 33556
USA

cc88m@aol.com
www.pianopractice.org

Nederlandse bewerking
Hans van Breugel

piano@hansvanbreugel.nl